Het verwarren van doel en middel

Een nieuwe misvatting van de geest, het verwarren van doel en middel.

De makkelijkste manier om deze misvatting te beschrijven is met een voorbeeld uit mijn dagelijkse leven: de zwemles van Cai. De meest gestelde vragen over dit onderwerp bij familie, vrienden en vooral op het schoolplein zijn in welk badje Cai inmiddels zwemt en wanneer hij mag afzwemmen.

Deze vragen geven mij het gevoel dat een zwemdiploma halen het doel is en de zwemlessen het middel om dat doel te behalen. Het doel diploma halen ligt voor de hand; het is definitief, meetbaar, makkelijk om concrete vragen over te stellen, net zo concreet te beantwoorden en vergelijkbaar met anderen. Tegelijk geeft het doel diploma ook gevoelens als slagen, falen, competitiviteit of in elk geval vergelijkingen met anderen en uit- en (wellicht bovenal) onuitgesproken verwachtingen van ouders.

De vraag echter is of doel en middel hier niet verward worden. Want wat is het uiteindelijke doel waarom we onze kinderen naar zwemles brengen? Is dat niet dat kinderen veilig zijn, comfortabel zijn en plezier hebben in het water? Om dat te kunnen doen moet een kind kunnen zwemmen en zwemles is een goed middel om kinderen te leren zwemmen.

De zwemles kan precies hetzelfde zijn, maar de manier hoe ik naar de zwemles kijk word totaal anders. Geen tijdsdruk, geen vergelijking, plezier is een belangrijk onderdeel van de les en een diploma halen is een mooi cadeau als afsluiting van een leuk proces. Kortom de lessen worden onderdeel van de reis.

Net als bij vakantie. Is het doel de vakantiebestemming of is het doel een ontspannen en leuke tijd met elkaar te hebben? En wat gebeurt er dan met hoe ik naar de reis en de reistijd kijk?

Me afvragen of ik doel en middel niet aan het verwisselen ben helpt me stil te staan bij wat ik uiteindelijk wil bereiken en of wat ik aan het doen ben überhaupt wel bijdraagt aan dat doel. Daarnaast ervaar ik steevast dat, als ik doel met middel verwissel, ik in de toekomst leef, een vast punt ergens ver weg en alle gevoelens en niet in het nu. Dan ervaar ik meningen en oordelen die gebaseerd zijn op het nog niet gehaald hebben van dat specifieke doel.

Als het me lukt mijn aandacht te verleggen naar het hogere doel, kom ik weer terug in het heden en brengt elk stapje dat ik zet  me dichter bij dat doel, of het nu voor- of achteruit is. Dan stopt het werken en begint het spelen.

Op een breder niveau in onze samenleving kun je je ook afvragen of van iets dat ooit als middel bedacht is inmiddels tot doel verworden is, bijvoorbeeld op het gebied van educatie, dienstverlening en zorg. Wat als we daar ‘een leven lang leren’, ‘een probleem voor iemand anders oplossen’ en ‘kwaliteit van leven’ als doel definiëren? Verandert dat de manier hoe we in die sectoren te werk gaan? Of bevestigd het de huidige manier?

Het maakt niet uit wat het antwoord op de vraag is, ze stellen is al voldoende om alles met nieuwe ogen te bekijken.

Volgende
Volgende

Ouderschapsverwachtingsmanagement